Passend onderwijs

Op deze pagina willen we graag kernachtig de organisatie van de school beschrijven met betrekking tot de zorg voor leerlingen.
Op onze school werken we met het leerstofjaarklassensysteem.
Dat betekent dat kinderen van ongeveer de­zelfde leeftijd bij elkaar in de klas zitten.
Zo’n groep kinderen loopt in principe de basisschool in acht jaar door.
Het leerstofaanbod, dat voldoet aan de kerndoelen, is verdeeld over acht jaargroepen.
Dat betekent niet dat alle leerlingen precies op dezelfde manier be­naderd worden.
Binnen de groepen proberen we elk kind zoveel mogelijk te geven en aan te bieden wat het nodig heeft.
Soms betekent dit dat een kind individuele leerstof krijgt, maar ook komt het voor dat een kind de leerstof nog eens extra oefent in of buiten de groep. Dit noemen wij: zorg op maat.
Om deze zorg zo optimaal mogelijk te kunnen geven, maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem.
In het kader van educatief partnerschap vinden we rapportage naar ouders belangrijk.

Indien nodig geven we leerlingen extra begeleiding.
De groepsleerkracht is in eerste instantie ver­antwoordelijk voor de begeleiding van de leer­lingen in zijn/haar groep. De leerkracht wordt hierin bijgestaan door de intern begeleider en/of de remedial teacher c.q. de tutor of onderwijs-assistent.

Groepsgrootte - algemeen

Groepsgrootte is een voor ouders belangrijk gegeven. Dat vinden wij logisch. Echter, erva­ring leert ons dat sommige kleine klassen meer energie en tijd vragen van de leerkrach­ten en kinderen dan grote klassen. Daarom kijken we niet alleen naar groepsgrootte. We proberen ook de groepen zo evenwichtig mo­gelijk in te delen. 
Met de inzet van NPO-gelden is o.a. gekozen voor kleinere klassen. 
 

Groepsgrootte in relatie tot passend onderwijs

Onze ervaring heeft geleerd dat groepsgrootte van invloed kan zijn op het welbevinden van een leerling, de groep, ouders en leer­kracht(en). 
Door hierop in te steken kunnen we in de meeste gevallen werken met een kleinere groepsgrootte. 
Om toch die zorg te kunnen bieden die nodig is zullen groepsleerkrachten, die op bepaalde tijden zijn vrij geroosterd, in­gezet worden als Remedial Teacher. Aan de hand van handelingsplannen (welke vooraf zijn vastgesteld door leerkracht, IB-ers en ouders) zullen zij specifieke zorg verlenen aan leerlingen. Dit kan zowel in de klas, maar ook daarbuiten plaatsvinden. 
​Deze keuze heeft o.i. een dubbel positief effect. De gemiddelde groepsgrootte is kleiner en leerlingen worden begeleid door ervaren leerkrachten. Tevens wordt de zorg voor onze leerling(en) hiermee niet alleen gedeeld door de groepsleerkracht, ouders en IB-ers, maar door meerdere team­leden.
Onze gemiddelde groepsgrootte is ca. 22 leerlingen per groep.
 

Doubleren

Wanneer een kind in zijn/haar ontwikkeling op een of meerdere onderdelen achterblijft en/of de sociaal-emotionele ontwikkeling niet naar verwachting is, kan (na overleg tussen ouders en leerkrachten) besloten worden tot double­ren. Het uiteindelijke besluit tot doublure wordt genomen door de school. Doubleren gebeurt uitsluitend wanneer we de verwach­ting kunnen uitspreken, dat de doublure leidt tot betere leerresultaten en/of verbetering van de sociaal-emotionele ontwikkeling. We hanteren hiervoor een overgangsprotocol.
 

Leerling gebonden financiering (voorheen het rugzakje)

Schoolbesturen hebben vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Zorgplicht betekent dat scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die op hun school zit, of die zich bij hun school aanmeldt een passende onderwijsplek binnen het samenwerkingsverband krijgt. Het kan dus betekenen dat een school die zich gespecialiseerd heeft in een bepaalde richting hierdoor meer leerlingen ‘toegewezen’ krijgt.
Binnen het Samenwerkingsverband waartoe onze school behoort speelt de Commissie Arrangeren (voorheen PCL) een belangrijke rol om samen met ouders en school een passende plek in het samenwerkingsverband voor elk kind te vinden.
 
In principe is een kind met een handicap, zoals bedoeld in de Wet op de Expertisecentra, welkom op onze school. We zullen bij de aanmelding van een leerling steeds per situatie bekijken of deze leerling al dan niet geplaatst kàn worden op onze school.
Dit hangt af van de volgende factoren:

  • de pedagogische, didactische en even­tu­ele andere behoeften van het aan­gemelde kind: kan de benodigde hulp worden geboden? Is er sprake van in­terferentie van verzorging, behandeling en onderwijs?
  • de pedagogische en didactische moge­lijkheden van de school
  • de kennis en vaardigheden van de leer­krachten: kunnen de leerkrachten van de groep het probleem hanteren?
  • de organisatie van de school en klas: bv. de groepsgrootte, de eventuele combinatiegroepen, de rust en veilig­heid binnen de groep en de school
  • gebouwen: is ons schoolgebouw hierop berekend of kan het hierop worden aangepast?
  • medeleerlingen: bijvoorbeeld het aan­tal zorgleerlingen per (combina­tie)groep, het aantal zorgleerlingen binnen de school, mogelijke verstoring van het leerproces van andere leerlin­gen.
  • het aanbod en de kwaliteit van de am­bulante begeleiding

Wij gaan uit van verschillen bij leerlingen bij het kiezen van onze leerinhouden en doelen, waarbij rekening wordt gehouden met ver­schillen in differentiatiecapaciteiten van onze leerkrachten.
Na plaatsing van een leerling met een handi­cap wordt op vooraf afgesproken tijdstippen geëvalueerd door de school en ouders. De school behoudt zich het recht voor om, als daarvoor n.a.v. de evaluatie aanleiding is, de plaatsingsovereenkomst opnieuw ter discussie te stellen en gezamenlijk op zoek te gaan naar beter passend onderwijs.
 
Voorwaarden voor plaatsing

  • In principe alleen leerlingen uit ons voe­dingsgebied
  • Er moet voor de plaatsing een breed draagvlak zijn binnen het team
  • De betrokken leerkrachten moeten door de school in staat gesteld (kun­nen) worden extra tijd te steken in bij­scholing, contacten met de ouders en andere betrokken instanties
  • Een open en eerlijke informatiever­strekking tussen ouders en school
  • Een inspanningsverplichting naar de ou­ders toe: indien nodig moeten de ouders ondersteuning bieden.
  • Indien nodig kan bij het overleg over de leerling op initiatief van de school de schoolbegeleidingsdienst worden betrokken.

 

Verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs

Als een leerling geen goed onderwijs (meer) kan krijgen op school en de ontwikkeling stagneert, zal onderzocht worden of er binnen het samenwerkingverband een andere school is die de ondersteuningsvraag van deze leerling beter kan bedienen.
Dit zal altijd in overleg met de ouders gaan.
Een belangrijke factor bij een verwijzing naar een andere school is de Commissie Arrangeren.
Deze commissie zal meekijken met school en ouders welke stappen ondernomen zullen worden.
Onze Intern Begeleider (juf Karin) is actief lid (voorzitter) van deze commissie.
 

Weer Samen Naar School

Weer Samen Naar School ( WSNS ) is een project van de rijksoverheid om de groei van het speciaal onderwijs af te remmen. 
Een leer­ling die individuele begeleiding nodig heeft, zal die extra zorg vaker en langer op de basis­school moeten kunnen krijgen.
Binnen de regio Meppel werken 34 basisscholen en een speciale school voor basis­on­derwijs (De ‘Reestoeverschool’) samen in een zogenoemd Samenwerkingsverband. Samen met de Schoolbegeleidingsdienst en de boven­genoemde scholen proberen we dit proces zo goed mogelijk vorm te geven. Het streven is dat een leerling extra zorg vaker en langer op de basisschool moeten kunnen krijgen.
Uitgebreide informatie over het samenwer­kingsverband en de zorg op onze school kunt u lezen in het ‘Zorgplan’, dat ter inzage op school ligt.
 

Verstrekken van onderwijskundige gegevens

Relevante gegevens van leerlingen worden door de school bijgehouden in een digitaal leerlingdossier (t.w. Parnassys). Dit dossier is strikt vertrouwelijk en alleen toe­gankelijk voor leerkrachten die zijn verbonden aan onze school en natuurlijk de ouder(s)/ verzorger(s). Gegevens uit dit dossier kunnen dan ook alleen na schriftelijke toestemming van de ouder(s)/verzorger(s) aan derden wor­den verstrekt.
Als een leerling de school verlaat en op een andere basisschool wordt ingeschreven, wordt er door de groepsleerkracht een onderwijs­kundig rapport opgesteld. Hierin staan alle be­nodigde gegevens van de school vermeld, aangevuld met de relevante persoonlijke ge­gevens. Eventueel worden er door de interne begeleider gegevens toegevoegd.
Het onderwijskundig rapport voor het voortge­zet onderwijs bevat tevens alle gevraagde re­levante gegevens. De rapporten zijn ten al­len tijde voor ouders ter inzage. 
 

Verwijzing naar het voortgezet onderwijs

Op verschillende momenten in het schooljaar krijgen de ouders voorlichting om tot een goede, verantwoorde keuze te kunnen komen.
We hebben een leerling dan al acht jaar ‘ge­volgd’.  In samenspraak met alle scholen van het voortgezet onderwijs hebben we besloten dat we voor de verwijzing niet de eindtoets  basisonder­wijs van CITO gebruiken. Als het goed is, is de eindtoets een bevestiging van eerder gegeven advies.
Bij het tot stand komen van het ad­vies van onze school, spelen de volgende ge­gevens een rol.

  • het leerlingvolgsysteem
  • eventueel aanvullende toetsen en/of on­derzoeken
  • werkhouding van de leerling
  • wens van ouders en kind

Het advies van de school vindt plaats in een persoonlijk gesprek met de leerkracht(en) en eventueel met de directeur en de IB-er. Wan­neer er een keuze is gemaakt, wordt er door u een aanmeldingsformulier ingevuld voor de betreffende school en weer bij ons op school ingeleverd. Wij voegen hier dan onze gege­vens aan toe en zorgen voor de verdere af­wik­keling. U krijgt van het voortgezet onder­wijs bericht via de post.
Het verwijzingsprotocol voor het voortgezet onderwijsstaat op de website van onze school. U kunt het protocol hiervoor lezen bij protocollen.